Vitamine D3 verbetert je immuniteit, is antibacterieel én antiviraal. Vooral in winter en in het voorjaar komen virale luchtweginfecties het meest voor. Niet toevallig is in deze perioden onze vitamine D-bloedspiegel het laagst.
Vitamine D3 reguleert allerlei stofwisselingsprocessen in ons lichaam en is dus eigenlijk meer een hormoon dan een vitamine. Bij voldoende zonlicht kunnen wij zelf vitamine D3 aanmaken. Eerst wordt in onze huid uit cholesterol een provitamine gemaakt. Deze wordt onder invloed van zonlicht omgezet in chole-calciferol. Calciferol betekent letterlijk ‘kalk-drager’. Door de lever en nieren wordt nog energie en licht toegevoegd en dan spreken we van calcitriol. Of wel D3 genoemd. Dit is de biologisch actieve vorm van vitamine D. Voor de aanmaak en opname van D3 moet je echter over voldoende magnesium beschikken. Helaas komt een magnesiumtekort veel voor. Deze wordt vaak over het hoofd gezien doordat een magnesiumtekort niet specifiek op één klacht duidt. Magnesium is o.a. belangrijk voor de zenuwgeleiding, spiercontractie, cholesterolstofwisseling, temperatuurregulatie, detoxificatie en gezonde botten en tanden.
Vitamine D3 en magnesium
Magnesium is dus noodzakelijk om vitamine D om te zetten in de actieve D3 vorm. Cellen in ons lichaam corresponderen namelijk ook via UV-licht met elkaar en magnesium is zo’n lichtdrager. Voor opname van een D3 supplement hebben we dus (extra) magnesium nodig. Om voldoende UV-straling op te kunnen nemen voor de vorming van vitamine D3 moeten de zonnestralen bovendien recht van boven komen. Je schaduw is dan korter dan je eigen lengte. Dit is in Nederland alleen van mei tot augustus het geval. In de overige maanden is er dus geen of te weinig vitamine D vorming in de huid mogelijk. Wel kunnen we een klein voorraadje in vet- en spierweefsel opslaan. Om de hoeveelheid D3 in je bloedspiegel op peil te houden zul je dus in de maanden september tot mei een vitamine D3 supplement en eventueel magnesium moeten gebruiken.
D3 behoefte
Bij veel zieke mensen wordt nauwelijks onderzoek gedaan naar hun voedingsstatus. Zo blijkt meer dan 70% van de patiënten met de ziekte van Crohn een vitamine D-tekort te hebben. Idealiter zou je vitamine D spiegel in je bloed gebaseerd moeten worden op eventuele relatie met andere symptomen en ziekten. Naar mate we ouder worden kunnen we ook zelf minder vitamine D zelf aanmaken. Daarnaast is het bekend dat veel mensen met een donkere huidskleur, gesluierde mensen of mensen die nachtdiensten draaien ook een verhoogde behoefte aan vitamine D hebben. Bovendien is het van veel medicijnen bekend dat deze invloed hebben op je vitamine D status. Naast voldoende zonlicht en magnesium is ook je voeding van belang. Vooral eieren, levertraan en vette vissoorten zoals zalm, makreel en haring zijn een rijke bron van vitamine D.
Meten is weten
Om te bepalen hoeveel D3 je nodig hebt is het belangrijk eerst deze waarden in je lichaam te bepalen. Ook voor ‘gezonde’ mensen die van alles slikken om gezond te blijven, is het echter raadzaam eerst de voedingsstatus in beeld te brengen. Een teveel aan supplementen kan immers net zo schadelijk zijn als een te weinig. Een EMB-test in combinatie met een goede anamnese geeft niet alleen een duidelijk overzicht van alle voedingsstoffen, maar ook inzicht over mogelijke oorzaken van klachten / ziekte.