virussen stoppen bij de voordeur

virussen stoppen bij de voordeur

Arts, epidemioloog en emeritus hoogleraar Menno Jan Bouma gaf college op het Tropeninstituut in Oost en Londen. Hij wijdde zijn leven aan het onderzoek naar de ecologie en verspreiding er van. Er zijn op de wereld maar enkele plekken met enorm veel kennis over infectieziekten. Het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Oost was daar één van. Helaas dachten velen in de jaren ’60 dat we infectieziekten onder de knie hadden, en in en na de jaren ’80 is het Tropeninstituut grotendeels wegbezuinigd. De bibliotheek is opgeheven. Specialisten, verzamelingen en boeken verdwenen. Daarmee is veel kennis verloren gegaan. En waar kennis ontbreekt ligt angst op de loer.

Wat is een virus eigenlijk?

Een virus is geen ‘levend’ wezen. Zonder een ‘gastheer’ kan een virus helemaal niets. Het is net zo dood als een stukje plastic. Maar als een virus in de cellen van een gastheer binnen te dringen, dan gaat het zich gedragen als een beer die uit zijn winterslaap komt. Het virus gebruikt de bouwstoffen van zijn gastheer om zichzelf te reproduceren. Dat is het enige dat een virus wél kan en een stukje plastic niet. Na het reproduceren gaan de nieuwe, jonge virussen op zoek naar een nieuwe gastheer. Een virus heeft geen vleugels, geen pootjes en geen zwemvliezen om van de ene naar de andere gastheer te reizen. Virussen hebben echter in de loop van de evolutie diverse strategieën ontwikkeld om te reizen en binnen te dringen in hun gastheren. De manier van reizen van een virus houdt direct verband met de manier waarop het virus zijn gastheer binnendringt. Op grond daarvan kun je alle virussen indelen in drie verschillende hoofdgroepen.

hoofdgroepen van virussen

• ‘Opportunisten’: zij dringen het lichaam binnen via een beschadiging zoals een wondje of een bloedtransfusie (zoals het AIDS virus)
Een opportunist wacht tot hij ergens een opening vindt in de huid van de nieuwe gastheer, een wondje bijvoorbeeld. De opportunist wacht tot zijn oude (besmette) gastheer met bloed of sperma contact maakt met dat wondje. Zo komt de opportunist via dit wondje het lichaam van zijn nieuwe gastheer binnen. Dit kan ook via een insectensteek (angel) gebeuren.
• ‘Overlevers’: zij volgen de weg van het voedsel (denk aan diarreevirussen). Overlevers zijn bestand tegen de extreme zure maagsappen en de extreme condities van de darmen, en kunnen daar overleven. Ze reproduceren zich in de darmen. Als een oude gastheer zijn handen na het poepen niet wast, kan er een minuscuul beetje ontlasting op de handen van de oude gastheer komen. Dit kan vervolgens bijvoorbeeld op een tafel of een liftknopje terechtkomen. Als de nieuwe gastheer dit oppervlak aanraakt of de oude gastheer de hand schudt, dan kan de ‘Overlever’ op de handen van de nieuwe gastheer terechtkomen. Als de nieuwe gastheer vervolgens zijn handen voor het eten niet wast dan kan de ‘Overlever’ via de mond in de maag en darmen van de nieuwe gastheer terechtkomen.
• ‘Vliegers’: zij liften mee met de lucht die ingeademd wordt (denk aan griepvirussen en corona)

De strategie van Vliegers (zoals griepvirussen en corona)

Als de oude (besmette) gastheer uitademt, praat, zingt of hoest dan komen er uit zijn mond allemaal kleine druppeltjes. Een vlieger verlaat het lichaam van de oude gastheer in een klein druppeltje. Vervolgens reist hij via de lucht naar een nieuwe gastheer en komt via ingeademde lucht een lichaam binnen. Daar probeert hij – nog steeds verpakt in een druppeltje – mee te liften tot aan de longblaasjes, diep in de longen. Diep in de longen is de longwand heel dun: slechts één cellaag dik. Ons afweersysteem is daar zwak en er zijn minder virusdeeltjes nodig om je ziek te maken. Grote druppels blijven niet lang in de lucht zweven. Zij vallen door de zwaartekracht binnen een paar seconden op de grond. Ze leggen een afstand af van pakweg een halve meter bij gewoon ademen tot enkele meters bij krachtig hoesten. Door de zwaartekracht komen zij al snel op de grond terecht. De kleinste druppeltjes noemen we ‘aerosolen’ en die kunnen vliegen/zweven. Als er niet goed geventileerd wordt, kunnen ze urenlang in de lucht blijven circuleren. Ze kunnen daarbij enorme afstanden afleggen.

Onze afweer tegen virussen

De mens leeft al sinds haar ontstaan met virussen. Wij en onze verre voorouders in het dierenrijk zijn als het ware samen met de virussen geëvolueerd. Er zijn vele vormen van aangeboren en verwerfbare afweer die in de loop van de tijd onstaan zijn. Antistoffen vormen daar slechts een van. Bij elk van de verschillende strategieën van virussen om te overleven (Opportunisten, Overlevers en Vliegers) hebben wij bijpassende afweerstrategieën ontwikkeld.
• Onze oudste afweer is wellicht ontwikkeld tegen Opportunisten. We hebben een huid. Onze huid houdt vrijwel alles aan schadelijks dat ons lichaam wil binnendringen tegen. Als we een wondje hebben, dan is ons lichaam geweldig goed in staat om dat wondje zeer snel te helen.
• Tegen overlevers hebben wij onder andere een ontzettend zure maag ontwikkeld. Ons maagsap beschadigt vrijwel alle virussen, zodat ze zich niet meer kunnen reproduceren. Ook de meeste Overlevers overleven ons maagsap niet – slechts de enkelen die dat wel doen krijgen de kans om zich te reproduceren.

afweer tegen Vliegers (zoals griepvirussen en corona)

Om diep in de longen te komen, moet een Vlieger eerst door de mond of neus. Wij allen hebben in onze neus en in onze mond- en keelholte meerdere afweermechanismen, waaronder afweercellen. De meeste indringers blijven steken in het labyrint van slijmvliezen en kleine haartjes in je neus en worden hier onschadelijk gemaakt. Ook de mond- en keelholte doen mee bij de afweer tegen de Vliegers. Als ze al in de maag terecht komen, maken ze daar geen enkele kans. Als een Vlieger met een kleine druppel (aerosol) meelift, is de kans dat hij dwars door de verdedigingslinie heen breekt veel groter dan bij een grote druppel. Een vlieger-virus die met een aerosol meelift kan samen met de ingeademde lucht direct diep de longen invliegen. Als een Vlieger in een grote druppel meelift, heeft hij het veel moeilijker bij binnenkomst van de nieuwe gastheer. De kans dat hij wordt tegengehouden bij de poort (in de neus, mond- of keelholte) is dan maximaal.

Hoe werkt ons immunsysteem?

Alles in onze neus is erop gericht om te voorkómen dat virussen, bacteriën en andere ziektekiemen ons lichaam binnen kunnen dringen. Behalve de neus, zijn ook de mond- en keelholte daar buitengewoon bedreven in. Onze afweer staat paraat om af te rekenen met indringers. In de meeste gevallen lukt het ons om indringers (zoals virussen en bacteriën) effectief in de neus tegen te houden en onschadelijk te maken. Ondertussen hebben we dan wél ‘kennisgemaakt’ met de indringer. Dat betekent dat een volgende keer dat dezelfde indringer zich wéér bij onze voordeur vertoont, we des te sneller en effectiever kunnen ingrijpen. Je kunt dat vergelijken met een soort van staande houden én kennismaken bij de voordeur: ons lichaam maakt kennis met het tot nog toe onbekende virus, en kan gaan beginnen om afweer op te bouwen en antistoffen te maken tegen het virus.

De rol van de seizoenen en het weer op de verspreiding van infectieziekten en Corona

De meeste infectieziekten zijn seizoens-ziekten. Dit heeft voor Vliegers vooral te maken met de temperatuur en de luchtvochtigheid. Vliegers zoals griepvirussen en corona gedijen goed bij koele, droge lucht, terwijl Overlevers juist sneller uitdrogen en sterven bij droge lucht. In droge lucht kunnen aerosolen veel langer blijven circuleren. Je kunt dan een grotere dosis van virussen binnenkrijgen in de longen, je meest kwetsbare plek. Dat maakt griep en corona echte wintervirussen. In de winter verwarmen we onze huizen en zijn we meer binnenshuis. De lucht droogt uit en we leven samen in een kleinere ruimte. Je kunt dan een grotere dosis van virussen binnenkrijgen in de longen, je meest kwetsbare plek. Dat maakt griep en corona echte wintervirussen. Besparingen op verwarming (van tochtwering tot intelligente systemen die alleen verse lucht aanvoeren als het echt nodig is) gaat gewoonlijk ten koste van frisse en meer vochtige buitenlucht. Daar moeten we dus mee oppassen!

Vliegers (zoals het Coronavirus) verspreiden zich door de lucht

• Zorg voor een goede luchtvochtigheid in huis. Bijvoorbeeld door op verscheidene radiatoren een bakje water te zetten.
• Ventileer woonruimten voldoende
• Als jij het coronavirus bij je draagt en je spreekt buiten af met mensen, dan zullen ze geen last hebben van jouw aerosolen. Behalve wanneer je ze in het gezicht blaast.
• zorg dat je natuurlijke afweersysteem goed kan functioneren. Denk daarbij aan gezonde voeding, voldoende beweging en voldoende slaap.
• Neem ter versterking dagelijks een extra dosis vitamine C en vitamine D : deze vitamines helpen je afweersysteem.
• Zorg voor psychisch welbevinden. We noemen dit wel ‘vitamine P’ waarbij de P voor plezier staat. Doe dingen waar je blij van wordt. Dans, maak muziek, spreek af met vrienden, trek erop uit.
• Vermijd altijd superspread-events. Dit zijn gebeurtenissen waarbij veel mensen urenlang samenzijn in een slecht geventileerde ruimte. Denk bijvoorbeeld aan Après-ski-bars of carnavals-cafés. Er hoeft dan maar één iemand het coronavirus bij zich te dragen. Die éne persoon blaast ongemerkt vele aerosolen de lucht in.
• De maatregelen handen wassen, desinfecteren, afstand houden, géén handen schudden en niet knuffelen zijn dan ook niet of nauwelijks effectief, wanneer je Vliegers zoals griepvirussen of corona aan wilt pakken.
• Handen wassen, desinfecteren, afstand houden, géén handen schudden, en niet knuffelen…zijn perfecte maatregelen om Overlevers zoals diarreevirussen aan te pakken. Overlevers reizen van gastheer naar gastheer via handen, via oppervlakten en via aanrakingen. Als je deze virussen aan wilt pakken, dan is het inderdaad heel goed om alles te desinfecteren en om afstand te houden en elkaar niet aan te raken.

Virussen zijn net inbrekers. Je moet ze staande houden bij de voordeur’

Er is een groot verschil tussen een inbreker die staande wordt gehouden bij de voordeur, en een inbreker die je huis even binnengaat en daarna weer ophoepelt, en een inbreker die zich gaat vestigen in je huis en er gaat wonen. Zo is het ook met virussen. Als je een virus ‘staande houdt bij de voordeur’, oftewel als je een virus in je neus, mond- en keelholte tegenhoudt houdt en daar onschadelijk maakt, dan ben je goed bezig. Je leert hierdoor het virus letterlijk van dichtbij kennen, waardoor je bij een eventuele volgende keer nóg sneller kunt reageren. Als je een virus even inademt en daarna weer uitademt, is er ook nog niet veel aan de hand. Maar als een virus zich diep in je longen vestigt en zich daar gaat reproduceren, ja, dan kan je daar flink ziek van worden.

Het meten van besmettingen

De besmettingen worden nu gemeten met de zogenaamde ‘PCR test’. Die test onderzoekt of je het coronavirus in je neus-, mond- of keelholte hebt zitten of restjes van het dode virus als de infectie al voorbij is. Veel mensen die het virus in hun neus-, mond- of keelholte hebben zitten, zijn bezig met ‘kennismaking en staande houden bij de voordeur’. Zoals ik zonet al zei: bij normaal gezonde mensen met een normaal afweersysteem staat er een heel leger aan afweercellen klaar in je neus-, mond- en keelholte. Dat leger maakt kennis met het virus, maakt het virus onschadelijk, en heeft tegelijkertijd het virus leren kennen en dus kan het een volgende keer nóg beter reageren. Ik vind persoonlijk dat het woord ‘besmetting’ daarom niet zo goed gekozen is. Liever zou ik willen spreken van ‘kennismaking’. Ja, het klopt dat het aantal ‘kennismakingen’ met het virus (enorm) toeneemt.

Groepsimmuniteit

Mensen die het virus hebben leren kennen en staande hebben weten te houden bij de voordeur, functioneren als een soort ‘levend schild’ voor alle kwetsbaren in onze samenleving. Ik praat hier over de befaamde ‘groepsimmuniteit’. Je hebt als gemeenschap even de tijd nodig om groepsimmuniteit op te bouwen. Jonge, vitale mensen hebben in de regel niet of nauwelijks last van corona. Het blijft bij hen vrijwel altijd bij een beetje snotteren. In Nederland is het gevoel voor saamhorigheid groot, en de zorg om ouderen is prachtig. Een mooie daarbij passende leus zou kunnen zijn: ‘Zorg goed voor je oma: zorg dat je corona hebt gehad.’ Hoe meer jonge, vitale mensen kennis hebben gemaakt met het coronavirus en het virus staande hebben gehouden bij de voordeur, oftewel: immuun zijn geworden voor corona, hoe gunstiger dat is voor onze medemensen met een zeer zwakke afweer.

Hoe dodelijk is corona eigenlijk?

Elke dag worden er mensen geboren, en elke dag sterven er mensen. Dat is een natuurlijk proces. Als er méér mensen sterven dan gemiddeld, dan spreken we van ‘over-sterfte’. Als er minder mensen sterven dan gemiddeld, dan spreken we van ‘onder-sterfte’. In Nederland hebben we in de maanden maart en april 2020 over-sterfte gehad. Daarna was er een maandenlange periode van onder-sterfte in ons land. De dodelijkheid van een virus drukken we uit met de IFR, de Infection Fatality Rate. Dat is het percentage van de mensen die in aanraking zijn geweest met het virus die sterven aan het virus. Corona heeft een geschatte IFR van 0,5 procent of lager. Dat is te vergelijken met de IFR van een middelzware tot zware griep. Ja, corona is een nieuw virus. Maar ik wil ervoor pleiten om van angst naar vertrouwen te gaan. De broertjes en zusjes van het coronavirus tellen we onder onze ‘middelzware wintergriep’. Wereldwijde paniek is niet nodig. Met de veel enstigere infecties die je in de tropen ziet gaan de mensen in het algemeen veel rationeler om.

Verhoogd risico

Mensen met een verhoogd risico voor een ernstig beloop van Corona hebben bijvoorbeeld overgewicht of zijn diabeet. Ook slecht eten, slechte lucht, slechte behuizing, slechte (schoon) watervoorzieningen dragen allen direct of indirect bij aan een verzwakt afweersysteem. Wellicht kunnen mondkapjes enigszins helpen om het virus niet door te geven aan anderen, als je de ziekte COVID-19 hebt. Op scholen lijken de voordelen echter kleiner dan de nadelen: kans op benauwdheid, concentratieproblemen, hoofdpijn en wellicht hersenschade.

Prognose komende maanden en jaren

Het valt te verwachten dat we in de maanden november tot april een verhoogd risico zullen hebben op aerosolen. Als we de kwetsbaren van de samenleving goed beschermen, en als we goed ventileren, dan wordt de tweede golf niet zo heftig als de eerste golf. Immers, veel mensen hebben inmiddels al kennisgemaakt met het virus. Ook in de toekomst zal corona terug blijven komen in de wintermaanden. Maar het hoeft nooit meer zo heftig te worden als in het afgelopen voorjaar, toen het virus compleet nieuw was voor iedereen.