(Mond)gezondheid wordt zowel direct als indirect door onze voeding beïnvloed. Sinds het westerse voedingspatroon is geïntroduceerd, is de aantasting van ons tandglazuur (cariës) explosief gestegen. Een verminderde suikerinname tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog verminderde de cariës maar bereikte in de jaren 50 en 60 een hoogtepunt. Door introductie van fluoride in de jaren 70 daalde dit gelukkig weer enigszins.
(mond)gezondheid en voeding
Voeding beïnvloedt de (mond)gezondheid direct door inwerking van voedingsmiddelen of stoffen op onze gebitselementen, slijmvlies en speeksel. Indirect verminderen voedingsstof-tekorten en/of hoge bloedglucose onze immuniteit waardoor ook onze (mond)gezondheid negatief beïnvloed word. Voedingstoffen beïnvloeden dus indirect de groei en ontwikkeling van ons gebit plus het onderhoud van het paradontium. (het “ophangapparaat” waarmee tanden en kiezen vastzitten in onze mond). Ook de snel delende cellen van het mondslijmvlies zijn gevoelig voor voedingsstof-tekorten. Bleke slijmvliezen bijvoorbeeld kunnen wijzen op een ijzertekort.
Calcium
Hydroxyapatiet, ook wel HA of HAP genoemd, is in zijn natuurlijke vorm een calcium die 97% van je tandglazuur en 70% van het dentine in je tanden uitmaakt. De hoge concentratie HAP in de tanden zorgt ervoor dat het tandglazuur ook zo sterk is. Fluoride versterkt het calciumhydroxy-apatiet in de tanden en kiezen omdat het de plaats van calcium inneemt. Zowel hydroxyapatiet als fluoride zorgen ervoor dat het tandglazuur versterkt wordt. Het verschil tussen HAP en fluoride zit er voornamelijk in dat fluoride geen mineralen in je tanden vervangt, maar een nieuwe structuur creëert. Dit heet ook wel fluorapatiet.
Fluoride
De fluoride vormt als het ware een laag boven het oppervlak van de tand. Deze beschermt tegen tandplakzuren. Hydroxyapatiet vervangt de structuur die door verloren is gegaan tijdens demineralisatie (wat constant gebeurt, vooral als je suikerhoudend, zuur of koolhydraatrijk voedsel eet). Het vult de microscopisch kleine scheurtjes in je glazuur op. Deze ontstaan door het poetsen en andere normale slijtage (zoals kauwen). Alle Vitis Tandpasta’s bevatten hydroxyapetiet én fluoride. De hydroxyapatiet zorgt er dus voor dat de kans op gaatjes vermindert omdat deze van binnenuit beschermt. De fluoride laag beschermt de bovenlaag van je glazuur.
De-mineraliseren
Naast fluoride hebben je tanden en kiezen voldoende mineralen en vitamines nodig. Vooral calcium, magnesium en vitamine A, D en K2 zijn onmisbaar voor een gezond en sterk gebit. De pH (zuurgraad) van speeksel in rust is rond de 7. Daalt de pH in de mond onder de 5,5 dan lost tandglazuur op. Dit proces heet de-mineralisatie (verlies van belangrijke mineralen). Vooral na het eten van sacharose, fructose,of glucose daalt de pH onmiddellijk beneden de 5. Deze suikers worden snel opgenomen door cariogene bacteriën. (veroorzaken cariës). Het duurt ongeveer 30-60 minuten voordat het zuur gebufferd is en weer boven pH van 5,5 komt. De enige anti-cariogene suikers zijn Xylitol en Stevia.
Re-mineraliseren
Boven een pH van 5,5 kan dus de re-mineralisatie weer beginnen. Voor re-mineralisatie is meer tijd nodig dan voor de-mineralisatie. Door frequent eten en drinken blijft er dus weinig tijd voor re-mineralisatie over. Toffees, ontbijtkoek, lolly’s en bijvoorbeeld popcorn (deze wordt met kleine tussenpauze langdurig gegeten) verlengen de zuuraanval op je gebit. Minder tussendoortjes geeft het gebit meer tijd voor re-mineralisatie.
Nutriënten, kaakbot en gebit
Vitamine A: botaanmaak/calcium inbouwen tandvorming Collageen type 1
Vitamine D: calciumopname- en inbouw
Vitamine K2: calcium-inbouw
Calcium
Magnesium
Silicium, collageenaanmaak, mineralisatie
Vitamine B (B2, B6, B11, B12) goede methylering (chemische reacties die in elke cel van je lichaam plaatsvinden)
Nutriënten, tandvlees en mondslijmvlies
- Vitamine A: slijmvliesbarrière
- Vitamine B: o.a. methyleren
- Vitamine D: slijmvliesbarrièrre
- Vitamine C: collageen-aanmaak antioxidant
- Omega 3 en 6 vetzuren: slijmvlies-barrière, ontstekingsremming
- IJzer: collageen-aanmaak
- Selenium: collageen-aanmaak
- Antioxidanten: carotenoïden, vitamine C, E, zink, selenium, koper, mangaan en bioflavonoïden
Tekorten vitamine C en de mond
- bloedend tandvlees
- gezwollen tandvlees
- vertraagde wondgenezing
- veranderingen tandpulpa (ook wel tandmerg genoemd is het weefsel in de tandholte. Het binnenste van de tand)
- scheurtjes bloedvaten
- spierpijn
- vermoeidheid
- paarse laesies op met name benen
Cariës (re)mineralisatie
- arginine; buffert zuur in de mond.
- nitriet heef een antibacteriële werking.
NB veelvuldig gebruik van antibiotica en antibacteriële mondwaters is ongunstig doordat zij de omzetting van arginine en van nitraat in nitriet remmen.
Voor meer info bel Praktijk Voedingbewustzijn o612368398 of mail info@VBZ.nu