Functie eiwitten in het bloed
Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen en al deze cellen bevatten eiwitten. Dit maakt eiwitten onmisbare bouwstenen voor ons lichaam. Ons spijsverteringssysteem breekt eiwitrijke voeding af tot kleinere bouwstenen. Deze aminozuren worden vervolgens opgenomen door onze cellen. Ongeveer 70 procent van deze aminozuren wordt in de lever en lymfeknopen omgezet in lichaamseiwit. De overige 30 procent wordt door het lichaam als energie gebruikt of wordt uitgescheiden. Lichaamseiwitten spelen een cruciale rol in diverse lichaamsprocessen:
- Het versterken van spieren en botten
- Ondersteuning van het zenuwstelsel
- De aanmaak van enzymen en hormonen
- Transport van stoffen zoals vetzuren, bilirubine, hormonen en medicijnen
- Het aanmaken van energie
- Ondersteunt het afweersysteem
- De bloedstolling
- Het reguleren van de pH-waarde van het bloed
- Het constant houden van je bloedvolume
Eiwitten in het bloed
Je bloed bestaat voor 45 procent uit bloedcellen en voor 55 procent uit plasma. Bloedplasma is een gele vloeistof die voor 91,5 procent uit water en voor 8,5 procent uit eiwitten bestaat. Er zijn drie belangrijke soorten plasma-eiwitten: albumine, globuline en fibrinogeen. Deze eiwitgroepen zijn belangrijk bij het vaststellen van een afwijking via bloedonderzoek. Dit is essentieel voor het beoordelen van je voedingstoestand en het functioneren van organen zoals de lever, nieren, darmen, en het beenmerg, evenals je afweersysteem. Het totale eiwitgehalte in het plasma ligt bij gezonde personen doorgaans tussen de 63 en 83 gram per liter.
Albumine:
- Zorgt voor behoud van een constant bloedvolume en het transport van hormonen, “vrije” vetzuren, vitamines, bilirubine en medicijnen.
- Regelt albumine de pH-waarde van je bloed
- Voorkomt het de afbraak van foliumzuur.
Globulinen:
- Alfa-1-globuline beschermt ons tegen bepaalde enzymen.
- Alfa-2-globuline bindt zich aan andere eiwitten en biedt zo verdediging tegen pathogenen in het plasma
- Bèta-globuline reageert op ziekteverwekkers en antigenen om het lichaam te beschermen.
- Gammaglobuline kan als vervanging voor immunoglobuline dienen en vormt de antilichamen in het bloed. (afweer tegen ziekte)
Fibrinogeen:
- maakt ongeveer 3 procent van het bloedplasma uit
- Is een belangrijke schakel in het bloedstollingsproces.
Eiwitten in het bloed te hoog
Een te hoog eiwitgehalte in het bloed, ook wel hyperproteïnemie genoemd, wijst vaak op een onderliggende aandoening maar veroorzaakt meestal zelf geen klachten. Meestal zijn het de onderliggende oorzaken die symptomen kunnen veroorzaken. Symptomen die aanleiding zijn voor onderzoek naar een verhoogd eiwitgehalte:
- (Chronische) ontstekingen
- Misselijkheid en braken
- Aanhoudende diarree
- Vermoeidheid en gebrek aan eetlust
- Jeuk
- Duizeligheid bij het zitten en opstaan
- Onverklaarbaar gewichtsverlies
- Koorts
- Tintelingen of gevoelloosheid
- Een algemeen ziek gevoel
- Allergieën
Eiwitten in urine
Wanneer je eiwitwaarden laat controleren, is het belangrijk om zowel bloed als urine te laten onderzoeken. Deze gecombineerde aanpak geeft een completer beeld van de gezondheid van je nieren en lever, evenals hoe je lichaam eiwitten verwerkt. Een bloedonderzoek meet de concentratie en verdeling van eiwitten in het bloed, terwijl een urineonderzoek inzicht geeft in hoeveel eiwit er wordt uitgescheiden. Gezonde nieren filteren een kleine hoeveelheid eiwitten uit het bloed en voeren deze weer terug naar de bloedbaan. Wanneer dit proces verstoord is, lekken eiwitten weg via de urine, wat juist kan leiden tot een tekort aan eiwitten in het bloed. Een verhoogd eiwitgehalte in je bloed is dus niet hetzelfde als een verhoogd eiwitgehalte in je urine.
Oorzaken van te veel eiwitten in het bloed
Wanneer een bloedonderzoek aantoont dat er sprake is van een verhoogd eiwitgehalte, is het essentieel om vast te stellen om welk type eiwit het gaat.
Hyperalbuminemie: Bij een hogere concentratie albumine in het bloedserum spreken we van hyperalbuminemie. Hoewel het lijkt alsof er meer eiwitten in het bloed aanwezig zijn, is dit eigenlijk het gevolg van een verminderde hoeveelheid vocht. Het verlies van vocht zorgt ervoor dat het bloed dikker wordt, waardoor de concentratie van bloedbestanddelen, waaronder eiwitten, toeneemt. Dit wordt vaak veroorzaakt door uitdroging, wat kan komen door:
- Onvoldoende vochtinname
- Overmatig vochtverlies door diarree en/of braken
Hyperproteïnemie:
Wanneer één of meerdere eiwitniveaus in het bloed stijgen, spreken we van hyperproteïnemie. Tijdens de eerste fase van een ontsteking (acute ontsteking) is er vaak een toename van alfa-globulines en soms ook bèta-globulines. In latere stadia (subacute ontsteking) stijgen ook de gamma-globulines. Bij chronische ontstekingen, waarbij het lichaam langer nodig heeft om het probleem aan te pakken, neemt de hoeveelheid gammaglobulines vaak verder toe. De meest voorkomende oorzaken van een verhoogd globulinegehalte zijn:
- Acute infecties; het lichaam verhoogt in dit geval de productie van alfa-globulines als reactie op ziekteverwekkers.
- Acute en chronische ontstekingen; hierbij worden alfa-en gammaglobulines verhoogd, die een rol spelen in de afweer en het herstelproces.
- Bestrijding van virussen; het lichaam verhoogt de gammaglobulines om virussen te bestrijden.
- Leverontstekingen en levercirrose; bij een verstoring van de lever kan er een verhoogde aanmaak zijn van bepaalde eiwitten.
- Auto-immuunziekten; het immuunsysteem produceert antistoffen (gammaglobulines) tegen het eigen lichaam.
- Chronische infecties en kanker; ook hierbij is het immuunsysteem continu actief, wat kan resulteren in verhoogde globulineniveaus.
Toename eiwitten door voeding
Bij gezonde mensen veroorzaakt een te eiwitrijk dieet op zichzelf geen directe verhoging van eiwitwaarden in het bloed. Langdurige consumptie van grote hoeveelheden proteïnen kan bij mensen met verminderde nier- of leverfunctie tot secundaire problemen leiden. Bij de afbraak van overtollige proteïnen komt ureum vrij, een afvalstof die normaal door de nieren wordt verwerkt. Wanneer de nieren door een bestaande aandoening al minder goed functioneren, kan deze extra belasting ertoe leiden dat eiwitten verloren gaan via de urine, wat de balans van eiwitten in het bloed verstoort. Daarnaast kan een overmatige eiwitinname bij een ontregelde lever resulteren in de productie van toxische stoffen en de verstoring van de zuurgraad in het bloed. Een te hoge zuurgraad (acidose) kan schadelijke effecten hebben op de nieren, botten en hormonale systemen. Dit leidt tot veranderde eiwitwaarden in het bloed. Dit risico is voornamelijk aanwezig bij mensen met onderliggende gezondheidsproblemen.